Rijden vervoegen

ergatief: in een richting bewegen · ben · bent · bent/is · zijt · is · zijn · zijn · zijn gereden. verleden (v.v.t.), was gereden, was gereden, was gereden ...

Domein: nl.wiktionary.org Bekijk meer

Vervoeging: ik rij / ik rijd, jij rijdt, hij rijdt, wij rijden bij inversie: rij ik / rijd ik, rijdt je broer, rijdt hij

Domein: vlaanderen.be Bekijk meer

Onvoltooid tegenwoordige tijd · ik rijd · jij rijdt · hij/zij/het rijdt · wij rijden · jullie rijden · zij rijden. Onvoltooid verleden tijd. ik reed; jij reed ...

Domein: vertalen.nu Bekijk meer

Voorbeelden. Rijden, baby, rijden. Move, baby, move. Rijden Harry, rijden. Move it Harry, move! Rijden... gewoon rijden! Drive- - just drive!

Domein: mijnwoordenboek.nl Bekijk meer

Werkwoorden "rijden" ; onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) · zou rijden · zouden rijden ; voltooid verleden toekomende tijd (vvtt) · zou gereden hebben.

Domein: nl.bab.la Bekijk meer

rijden. Tegenwoordige tijd rijden. Ik rij. Jij rijdt rij jij? U rijdt. Hij/Zij/Het rijdt. Wij rijden. Jullie rijden. Zij rijden. Verleden tijd van rijden.

Domein: ensie.nl Bekijk meer

overrijden. rij over; rijd over; rijdt over. reed over; reden over. overgereden. grijsrijden. rij grijs; rijd grijs; rijdt grijs. reed grijs; reden grijs.

Domein: onregelmatigewerkwoorden.nl Bekijk meer

Onvoltooid tegenwoordige tijd · ik rijd · jij rijdt · hij/zij/het rijdt · wij rijden · jullie rijden · zij rijden. Présent. je chevauche; tu chevauches; il/elle ...

Domein: vertalen.nu Bekijk meer

Onregelmatige vormen zijn in rood gedrukt. Aantonende wijs. Tegenwoordige tijd, Verleden tijd. (ik) rij, rijd, (ik) reed. (jij) rijdt; rij, rijd (jij) ...

Domein: majstro.com Bekijk meer

Gebruik voor de gebiedende wijs de vorm van de eerste persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd. Bij de werkwoorden glijden, houden, rijden en snijden kan de - ...

Domein: vlaanderen.be Bekijk meer